In de Masterscriptie ‘Design Dimensions of Digital Platform Ecosystems for Independent Living Services’ heb ik een theoretisch kader ontwikkeld dat de bouwstenen van een DPE vaststelt. Zoals een huis is gebouwd op een fundering of een olieplatform op palen in de zee staat, zo wordt een DPE ook gebouwd met bouwstenen (ook wel aangeduid als ‘design dimensions’, ‘design elements’ of ‘building blocks’). Voor commerciële platformen is relatief veel onderzoek gedaan naar deze bouwstenen; voor niet-commerciële platformen ontbreekt dit nog grotendeels.
Wat is een platform bouwsteen?
Op de pagina ‘Wat is den DPE’? van deze website wordt de definitie van een DPE gegeven: “bestaat uit een platformeigenaar die governance mechanismen implementeert om waarde creërende mechanismen te faciliteren op een digitaal platform tussen de platformeigenaar, evenals het ecosysteem van autonome complementoren en consumenten” (Hein et al., 2020) (p.90)1. Vertaald naar de dagelijkse praktijk: Apple, Google, Amazon of Thuisbezorgd.nl zijn eigenaren van een platform en verantwoordelijk voor het vaststellen en onderhouden van regels en afspraken zodat (1) zij zelf; (2) de gebruikers op hun platform, en (3) aanbieders van apps en diensten hiervan een toegevoegde waarde ondervinden.
De bouwstenen van een DPE bepalen wat de toegevoegde waarde is van de DPE voor gebruikers en toeleveranciers. Bijvoorbeeld: *kunnen gebruikers en aanbieders van applicaties elkaar gemakkelijk vinden op een platform (denk aan een appstore voor gebruikers); *om de toegang door externe gebruikers of aanbieders van apps tot een platform te regelen (registratie en inlog of beoordeling van nieuwe apps); *om te stimuleren dat er interactie plaatsvindt tussen gebruikers en aanbieders op het platform (advertenties, aanbiedingen, extra functionaliteiten); *om het platform te kunnen uitbreiden met nieuwe applicaties bijv. een chatfunctie of een betaalsysteem, of het koppelen met andere devices (‘Alexia’ of ‘smartwatch’) of diensten.
7 bouwstenen voor een zorg – digitaal platform ecosysteem
Er bestaat redelijk wat literatuur over bouwstenen van DPE’s. Met een zogenaamde inhoudsanalyse van artikelen voor de literatuurstudie van mijn scriptie heb ik zeven bouwstenen of design dimensies geïdentificeerd en gevalideerd voor een zorg-DPE. Deze bouwstenen zijn niet gerangschikt in volgorde van belangrijkheid en staan ook niet in een specifieke verhouding ten opzichte van elkaar. Iedere design dimensie is gelinkt naar een subpagina waarin de subdesign dimensies voor de design dimensie staan beschreven.
![](https://zorgdpe.nl/wp-content/uploads/2022/04/Schermafbeelding-2022-04-24-om-15.57.32.png)
- ‘Netwerk effects‘: “de effecten van de aanwezigheid van deelnemers, producten en diensten op een platform. Een toename van een van deze factoren en meer eindgebruikers stimuleert een toename van de andere factoren. Netwerkeffecten worden bevorderd door bedrijfs- en operationele dimensies.1” De aanwezigheid van deelnemers, producten en services op een platform leidt tot de vorming en creatie van netwerken. Neemt het aantal deelnemers toe dan heeft dit gevolgen voor de vraag naar en het aanbod van producten en services en vice versa. Operationele- en bedrijfsfactoren beïnvloeden deze netwerk effecten.
- ‘Governance‘; “behandelt het eigenaarschap, de coördinatie, de regelgeving, de beslissingsrechten, de toegangsrechten, het kennisbeheer en de toewijzing van middelen van een platform.1” Wie is of zijn de eigenaar/ eigenaren van het platform; is/zijn verantwoordelijk voor coördinatie, regulering (wet- en regelgeving), heeft/hebben besluitvormingsrechten, bepaald/bepalen de toegangsrechten, beheert/ beheren het kennismanagement en de toekenning van bronnen van een platform?
- ‘Boundary resources‘: “middelen die technische en sociale interactie, relatieontwikkeling en innovatie op een platform vergemakkelijken.1” Welke bronnen en middelen maken technische en sociale interactie op een platform mogelijk en vergemakkelijken de ontwikkeling van relaties en innovatie.
- ‘Architecture’: “Houdt zich bezig met de integratie en interactie van (technische) componenten en modules. Dit vergemakkelijkt en maakt uitwisseling mogelijk tussen de vraag- en aanbodzijde op het platform1“. Hoe wordt de integratie en interactie van (technische) componenten en modules mogelijk gemaakt. Op welke manier wordt uitwisseling toegestaan en gefaciliteerd tussen de vraag- en aanbodzijde van het platform.
- ‘Data governance‘: “Instrumenten die gegevenssoevereiniteit, vertrouwen, beveiliging en interoperabiliteit van gegevens tussen gebruiker en aanbieders vergemakkelijken, stimuleren en controleren1.” Hoe wordt de soevereiniteit van data gefaciliteerd, gestimuleert en gecontroleerd, evenals het vertrouwen, veiligheid en interoperabiliteit van data tussen gebruikers en aanbieders.
- ‘Value-creating mechanisms’: “Mechanismen die het resultaat zijn van transacties tussen deelnemers op een platform, die leiden tot een verbeterde gebruikswaarde of ruilwaarde1.” Welke mechanismen die het resultaat zijn van transacties (uitwisselingen van goederen, informatie of diensten met een waarde) tussen deelnemers aan een platform leiden tot een toename van de gebruikswaarde of uitwisselwaarde?
- ‘Ecosystems and the wider environment’: “De omgeving van een platform, of het nu gaat om andere ecosystemen (bijv. regelgevende, financiële of grotere platforms) of industrieën1.” Welke kenmerken in de omgeving van het platform zijn belangrijk; dit kunnen andere ecosystemen zijn (bijv. op het gebied van wet- en regelgeving; financieel, of grotere platformen) of bedrijfstakken/ industrieën.
De toegevoegde waarde van kennis over platform-bouwstenen
Op welke manier kan de kennis van platformbouwstenen worden gebruikt? Een voorbeeld…
- Deelnemers aan een platform (bijv. een zorginstelling) kunnen beoordelen welke bouwstenen aanwezig zijn en hoe deze worden gebruikt. Op die manier kan de deelnemer ook bepalen of en hoe deze bouwstenen bijdragen aan diens platformdoelen.
- Denk aan een zorginstelling die een medicatiedispenser van een leverancier inzet waarmee de cliënten hun medicatie kunnen ontvangen. De zorginstelling neemt deel in het platform van de leverancier die de dispensers aan de cliënt levert; verpleegkundigen stellen de dispenser in en wisselen de medicatierol; de meldkamer registreert alarmen (bijv. bij een storing of cliënten die geen medicatie uit de dispenser nemen).
- Heeft de zorginstelling bijv. zeggenschap over andere diensten die de leverancier mogelijk via het adres van de cliënt of een display op de dispenser kan aanbieden aan ‘zijn’ cliënten (‘governance’)?
- Kan de cliëntinformatie over het gebruik van de dispenser (wanneer medicatie wordt uitgenomen, hoe vaak medicatie niet wordt uitgenomen door de cliënt) worden gebruikt in combinatie met andere diensten die ook door de leverancier worden aangeboden (bijv. alarmering) (‘value-creating mechanisms’)?
- Zijn de cliëntdata, met bijv. gebruikspatronen, alarmeringen, locatiegegevens van dispenser, al dan niet verrijkt met overige clientdata beschikbaar voor de zorginstelling, en in welke vorm (‘data governance’)?
- De leverancier van de dispenser, als eigenaar van het platform, levert de apparatuur, software voor de dispenser en verbindingen. Ook wordt een portaal ingericht waarmee uitgeleverde apparatuur en het gebruik door geregistreerde cliënten worden gemonitord, al dan niet in samenwerking met een regionale alarmcentrale of de zorginstelling. Daarnaast wordt het portaal ook gebruikt om cliënten te koppelen aan hun apotheek t.b.v. de verstrekking van medicatierollen
- Op welke manier is het platform gebouwd; beïnvloeden wijzigingen (bijv. een software-update, of een nieuwe koppeling) de werking, of kunnen nieuwe functies gemakkelijk aan het platform worden toegevoegd (‘architecture’)?
- Biedt het platform voldoende mogelijkheden en/of stimuleert het gebruikers en aanbieders van diensten en services om netwerken te creëren. Bijvoorbeeld kunnen groepen gebruikers (denk aan bewoners van een zorglocatie) gebruik maken van specifieke functionaliteiten van de dispenser of het platform waardoor het gebruik van de dispenser eenvoudig te monitoren is (‘netwerk effects’)?
- Een apotheekorganisatie, of distributeur van medicatie kan zich aansluiten bij het platform met een nieuwe dienst of product dat bijdraagt aan de doelen van het platform.
- Denk bijv. aan een functionaliteit die gebruiksinformatie van de dispenser doorstuurt; op welke tijdstippen wordt ook daadwerkelijk medicatie uitgenomen. De apotheek kan dit gebruiken om de bezorging van nieuwe medicatierollen af te stemmen. Bijvoorbeeld via een afspraakvoorstel met herinnering die naar het mailadres van de cliënt wordt gestuurd. Op de bezorgdag ontvangt de cliënt een herinnering op het display van de dispenser. De bouwer van de functionaliteit maakt gebruik van bijv. de software development kit van de platform eigenaar waardoor de softwarecode ‘integreert’ in de software van het platform (‘boundary resources’).
- Denk aan een zorginstelling die een medicatiedispenser van een leverancier inzet waarmee de cliënten hun medicatie kunnen ontvangen. De zorginstelling neemt deel in het platform van de leverancier die de dispensers aan de cliënt levert; verpleegkundigen stellen de dispenser in en wisselen de medicatierol; de meldkamer registreert alarmen (bijv. bij een storing of cliënten die geen medicatie uit de dispenser nemen).
Bron
- Thesis ‘Design dimensions of digital platform ecosystems for independent living services’
- Hein, A., Schreieck, M., Riasanow, T., Setzke, D. S., Wiesche, M., Böhm, M., & Krcmar, H. (2020). Digital platform ecosystems. Electronic Markets, 30(1), 87-98. https://doi.org/10.1007/s12525-019-00377-4
Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel 4.0 Internationaal-licentie.