Een veelgebruikt voorbeeld over de werking van een Digitaal Platform Ecosysteem (DPE) zijn de verbindingen (netwerken) die gelegd kunnen worden via een aanbieder van een telefonieplatform naarmate het aantal telefoons toeneemt.
Tenminste twee partijen nemen deel aan het platform. Eén partij is eigenaar van het platform (de aanbieder) en verleent toegang aan de andere partij (telefoon gebruiker).
2 telefoons = 1 interactie; 5 telefoons = 10 interacties; 12 telefoons = 66 interacties
Het platform creëert op die manier een ‘ontmoetingsplaats’ waar interacties tussen gebruikers plaatsvinden. Hoe meer gebruikers (’telefoons’) er op een platform zijn des te groter de aantrekkingskracht voor andere gebruikers met een telefoon om deel te nemen. Dit wordt aangeduid als ‘netwerkeffect’.
![Zichzelf versterkende cyclus van netwerkeffecten](https://zorgdpe.nl/wp-content/uploads/2023/01/Cyclus-van-netwerkeffecten.001-1-1024x576.png)
Voeg je aan die eindgebruikers (de bezitters van een telefoon) ook bedrijven en aanbieders van content toe (bijv. apps) dan treden er ook netwerkeffecten op tussen de eindgebruikers en aanbieders.
Het platform bevindt zich in een digitale omgeving (de ‘cloud’) en is toegankelijk via het internet. De platformeigenaar kan zelf de regels van het platform bepalen, wie het kan gebruiken en welke bedrijven of organisaties content kunnen creëren. Dit wordt aangeduid als ‘governance’. Het is ook mogelijk dat de platformeigenaar die regels afstemt óf opstelt in samenwerking met gebruikers, bedrijven of organisaties. Een commercieel platform zal hier anders mee omgaan dan een platform zonder winstoogmerk.
![](https://zorgdpe.nl/wp-content/uploads/2021/05/Platformvoorbeeld.png)
De architectuur van het platform heeft betrekking op de technische bouw. Is het platform bijv. gebouwd als standaard / ‘van de plank’-pakket dat koppelingen (‘interoperabiliteit’) met toepassingen (bijv. een berichtenapp) gemakkelijk mogelijk maakt, of het platform ook op mobiele apparaten zoals smartphones beschikbaar maakt? Faciliteert de architectuur de toepassing van media (beeld en geluid), of betaaldiensten?