De Autoriteit Persoonsgegevens (AP), het bestuursorgaan dat toeziet op de bescherming van burgers tegen privacy inbreuken heeft de Staatssecretaris van Koninkrijkszaken en Digitalisering de oren gewassen over het in september jl. verschenen “Rijksbreed cloudbeleid 2022.”
In een brief aan de Staatssecretaris schrijft de AP dat de overheid bijzondere aandacht dient te besteden aan de bescherming van persoonsgegevens van burgers indien gegevens buiten de EU/EER worden opgeslagen. Hieraan wordt in het beleid onvoldoende aandacht besteed, én er lijkt vooral te worden gekeken naar mogelijkheden om informatie bij Amerikaanse bedrijven op te slaan.
Daarnaast stelt de AP de vrijblijvendheid van het beleid aan de kaak, waardoor organen als het UWV of CBS geen verplichting hebben om het beleid te volgen.

In het opinieartikel “Gaat de overheid echt overstappen op Google Docs?” verschenen in NRC van 8 september 2022 schreven twee medewerkers van Waag Futurelab o.a. over de risico’s die verbonden zijn aan het beleid;
“Om die risico’s te beheersen wordt een papieren werkelijkheid gecreëerd van plechtige analyses en beloften, vastgelegd in contracten en audits. Dat bevestigt het idee dat je van technologie en dienstverlening niet echt iets hoeft te weten, als je maar afspraken maakt. Deze aanpak garandeert slechts twee dingen: veel werk voor juristen en accountants en een groeiende black box van technologie die door de overheid zelf niet begrepen wordt.”
De AP wijst de staatssecretaris ook op het onderzoeken van alternatieven voor clouddiensten die infrastructuur als een dienst (IaaS) of Platformen als een dienst (PaaS) aanbieden. Volgens de AP “worden bij gebrek aan onderzoek hiernaar worden ontwikkelingen door hoogtechnologische Nederlandse ondernemingen en ondernemingen in de rest van de EER onvoldoende geïdentificeerd. Datzelfde geldt voor ontwikkelingen zoals GAIA-X“. Ook Waag Futurelab benoemt dit: “de groeiende gemeenschap van ethische en open software-ontwikkelaars, ook binnen de Nederlandse overheid, wordt genegeerd in plaats van gestimuleerd.”